[01]
Tao is de weg
tussen handelen
en gelatenheid
en haar bewandelen
slingerend als 'n
dronkeman
nu het een
dan het andere
brengt me steeds
verderweg
van mijn bedoeling
[02]
en Tao is de richting
die ik
in de twijfel
met zekerheid
vermoed
en van daden maakt
gulden zandkorrels
in de bedding
van een
troebele
zee
[03]
en Tao redt
de drenkeling niet
maar stuwt geslachten
gewetenloos
naar hun eeuwig
lot
en wie de oever kiest
en Tao smeekt
ziet enkel zijn
eigen spiegelbeeld
en gaat verloren
[04]
en Tao is vinden
zonder zoeken
in de stilte
van de ander
en jezelf herkennen
in de parels
van zijn tranen
nog zonder
te vermoeden
dat hij
je zo al toelacht
[05]
en Tao weet niet
van het leed
noch lied
beloont niet
noch straft
want Taos grootste
macht
is niet weten
dat prijs en schuld
in ons hart
bestaan
[06]
en Tao maant
en wacht
in ongehoorde
stilte
en 'n enkele
klimmer
torst
zijn zware last
van nu
en toen
en morgen
[07]
en Tao zweeg
toen mensengoden
spraken
en zweeg
toen mensen
tot goden spraken
en zweeg
toen goden
vielen
en zweeg
toen de mensen vielen
[08]
en Taos stilte
fluistert
weerklanken
van oerkracht
en wording
die het schel
geklater
van tienduizend
schorre kelen
moeiteloos
verdringen
[09]
en Tao en ik
zijn één
in elke openbaring
van liefde
waarin de kiem
van eeuwigheid
schuilt
de vreugde
van overleven
en het antwoord
op mijn vragen
[10]
en Tao is mooi
en goed
zoals de
vriend
die niet begrijpt
dat ik hem
zie
zoals hij
zichzelf
niet durft
te zien
[11]
en Tao vergeeft
vinden
en verliezen
begrijpen en
niet langer luisteren
naar woorden
die nooit kunnen
weergeven
de pijn
tussen verleden
en misschien
[12]
en Tao roept
niet
en geeft
geen antwoord
en de mens
die de ander
met stilzwijgen
kwelt
zoekt niet
en zal
nooit vinden
[13]
en Tao hoort niet
ons wenend
ontwaken
want Tao
kan niet
verkrachten
wat Tao
immer is
en wij
enkel kunnen
worden
[14]
en Tao bewijst
in het toeval
van mijn zijn
al zou ik
de laatste zijn
of jij
die de lotusbloem
herkent
dat Tao
de enige weg is
daartoe
[15]
en Tao is tijdloos
en dwingt me
onverbiddelijk
tot zoeken
verliezen
en herbeginnen
alsof
mijn leven
met jou
nooit
zal vergaan
[16]
en Tao schuilt
in de glans
van je glimlach
en bevrucht
de oevers
van tien riviertjes
gegrift
door de zoetzure
weemoed
om herinneringen
die ik wil delen
[17]
en Tao is de lach
tussen harten
en de rust
tussen gedachten
die verstrengeld
als duizend mijlen
dreigen
wijken
opdat Tao
de nieuwe ochtend
kleure
[18]
en Tao is de vrede
tussen zijn en
nemen
geven
en beminnen
bezitten
en ontvangen
pijn en
leed
jouw droom
en de mijne
[19]
en Tao eist
van mij
steeds verse
klanken
om het woord
te vullen
dat jij
herhaalt
wanneer je
mijn tranen
huilt
[20]
en Tao ziet
de ogen
van een wees
van binnenuit
verouderen
en zonder
hoop noch
mededogen
tegen
zichzelf
keren
[21]
en Tao weerkaatst
helder
de schuchtere
blikken
van kinderen
en wordt
door het weten
van blinden
duizend
ondoorgrondelijke
scherven
[22]
en Tao schept
niet ik
mijn beeltenis
want ik
kan niet verbeelden
wat Tao
schiep
totdat
Tao de ander
heeft
geschapen
[23]
en Tao waakt
als de dromer
zwijgt en
onwennig
luistert
naar de
vertwijfelde
schreeuw
van zijn
rusteloos
hart
[24]
en Tao stroomt
in honderd
vertrouwde handen
die geven
strelen en
vallen
wanneer je
geringde wenken
mij opnieuw
naar je dromen
lokken
[25]
en Tao luistert
naar tongen die
zich besmetten
en verstaat
de woorden
niet
en hoort
gevoelens die
zich roeren en
geen voldoening
eisen
[26]
en Tao is jong
als zaad
dat openbarst
en oud als
ontelbare
geuren die
niet vervluchten
boven velden
die er
ooit
waren
[27]
en Taos woord
werd niet
beleden
wanneer
tachtig jaren
geen gedachten
dragen
die spreuken
dichten
en wijsheid
baren
[28]
en Tao leeft
in de armen
die de kist
dragen en
kleurt
onzichtbare
kransen
om de baar
van de
verlaten
dode
[29]
en Taos hand
is licht
en het kind
was goed
eer de vader
sloeg en
de zwarte leer
bevlekt
het volk
dat geen
zwaarden smeedt
[30]
en Tao weet
dat enkel dieven
mij beroven
kunnen
en dit weten
voldoende is
om hun masker
te doorgronden
en de verwrongen
kinderdroom
te ontbloten
[31]
en Taos wonder
vindt vervulling
langs brede
verlichte lanen
waarop ik
geblinddoekt
door wanen
ongeduldig
zoekend
zal
verdwalen
[32]
en Taos doel
is de weg
die wij begaan
door levens heen
zich volgend
van naam
op naam
tesamen
mensheid
jij en ik
wij
[33]
en Tao vloeit
van de
fiere gestalte
die mijn zinnen
boeit
naar een koene
gedachte
die temidden
bange
verzinsels
bloeit
[34]
en Tao voedt
geen mensendaad
dat zijn
eigen einde
schuwt
en zich niet
herhaalt
in duizend
tijdspiegels
tot het
oneindige
[35]
en Tao schrijft
ongedateerde
brieven
tussen verre
vrienden
en schuilt
tussen de
dwingende
regels
van drukke
tabellen
[36]
en Taos naam
is Taos naam niet
en mijn weten
is niet weten
mijn zoeken
niet zoeken
vinden verliezen
verliezen vinden
mijn verzoenen met het
ondenkbare
is leven
[37]
en Taos recht
eist geen wetten
noch vergelding
en mijn vrijheid
om te kiezen
tussen het een
en het andere
verandert
Tao niet
enkel
mij
[38]
en Tao gaat
moeiteloos
langs Taos weg
de eeuwigheid
tegemoet
en de mens
die volhardt
sterft omhuld
door nooit
gestelde
vragen
[39]
en Tao sterft
tienduizend levens
die vallen
als schilfers
van mijn huid
en baart
tienmaal nieuwe
die dansen
in bonte kleuren
en lachen
om ons
[40]
en Taos pad
wordt betreden
door tienduizend duizend
spannen
en duizend anderen
werpen
afzijdig
gesneden bloemen
en wajangschimmen
voor hun
voeten.
TO BECOME A TRUE PART OF THE WHOLE.
Boeddhabeeld in Artis.
Advayavada Buddhism Infocenter,
Postbus 10502, 1001 EM Amsterdam, Nederland.
Telefoon: +31-20-6269602,
email: info at advayavada.nl
DONATIES DONATIONS
In Nederland: Gelieve uw vrijwillige bijdrage te storten op rekening NL83ABNA0814472079 t.n.v. de Advayavada Stichting, te Amsterdam. Elk bedrag is welkom. Hartelijk dank!
From abroad: Please instruct your bank to transfer your donation to the Advayavada Stichting, account NL83ABNA0814472079 at the ABN-AMRO Bank, Singel 548, 1017 AZ Amsterdam (BIC: ABNANL2A). All amounts welcome. Thank you very much!